zaterdag 29 juni 2013

Water voor bijen en hommels



Bijen en hommels hebben dagelijks behoefte aan water.  Ochtenddauw, beekjes, rivieren, vijvers, zijn de gebruikelijke plekken waar ze water vinden. 

Veel mensen hebben in hun tuin wel een plek waar ze vogels voedsel geven en zelfs van vers water voorzien.  Maar ook bijen zijn heel erg  gebaat met een waterplaats in de tuin.  Een tuinvijver is een goed goed voorbeeld.  

Een andere manier en beslist eenvoudiger te maken is een water bassin voor bijen. 
Een waterdichte schaal gevuld met water met daarin allerlei voorwerpen zoals stenen, blokjes hout, mos, takjes, schelpen of wat plantjes zodat de bij makkelijk bij het water kan zonder er in te vallen is ideaal en het ziet er nog fraai uit ook.
Zo'n bassin wordt ook wel een bijenbar of bijenkroeg genoemd.


Voor nog een mooi voorbeeld;  http://www.youtube.com/watch?v=XB2gTPKySdA

Tom Verhoeven

Auvergne, zomer 2013

zondag 23 juni 2013

Een tuin in het bos – het begin.



Tuinieren in een bos is een wonderlijke ervaring. Elke dag kun je verrast worden door het vinden van een niet eerder ontdekte plant of door een plotse verschijning van een van de dieren die in het bos huizen.  Het uitzicht op de omliggende heuvels, de frisse lucht, de geluiden van het bos en het gegeven dat er geen mensen om je heen zijn, hebben een rustgevende werking.  Zelfs als je in het bos of de tuin aan het werk bent.

Tussen bos en tuin is nauwelijks een onderscheid te maken, op onopvallende wijze gaat het een over in het ander. Er is niet begonnen met een ontwerp, er zijn geen tekeningen of vooropgezette plannen. Bepalend voor het aanplanten van bomen, struiken of groenten is vooral de samenstelling van de grond, of er voldoende zonlicht is, voldoende water.  De paden zijn evenmin ontworpen en aangelegd – de paden zijn eigenlijk de routes van ons vrij op het land bewegende paard. Soms is het niet meer dan een wildspoor.
 
 
Voorbeeld van een bospad aangelegd door een paard.
Op elk willekeurig moment kan er een paard opduiken uit het struikgewas.Grote grazers hebben een niet te onderschatten effect op het bos.

Voor het afzetten van de kleine percelen die bestemd zijn als moestuin of kruidentuin wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijk materiaal; paaltjes van hazelaar en es, vlechtwerk van hazelaar, of er wordt een houtril aangelegd.  De houtrillen creĆ«ren hier en daar ook beschutte plekjes in de schaduw. Verder zijn ze belangrijk als schuilplaats voor allerlei dieren en dragen ze bij aan het vasthouden van vocht.

Met het plaatsen van een natuurlijke afscheiding ontstaat een beschutte plek.
  
Een deel  van het bos is echt oerbos, het is nagenoeg niet veranderd sinds de tijd van de Romeinen.  Er staan onder meer  eiken, beuken,  essen, esdoorn, meidoorn, sleedoorn, vlier, hulst, wilde appel, kersenbomen, walnootbomen, tamme kastanje.  Het bos wordt doorsneden door een oude Keltische weg.

Het zijn vooral de oude weidevelden waar al ruin vier decennia niets aan gedaan is. De velden zijn volkomen overwoekerd door vooral braam, brem en sleedoorn of varens.  We maken geen gebruik van trekkers of andere zware machines om de woekerende en dode struiken te verwijderen, wel incidenteel van een kettingzaag en een bosmaaier. Het meeste werk wordt gedaan met behulp van zeisen, kapmessen en een snoeitang.  Dit heeft als voordeel dat we tijdens het verwijderen van de woekerende struiken allerlei soorten planten, kruiden en jonge bomen te voorschijn zien komen.  Zonder ze te hoeven aanschaffen of te planten zijn we zo aan menige jonge walnootboom gekomen.
Als een plek op deze wijze vrij komt kijken we welke bomen of struiken in aanmerking komen om daar aan te planten.  Zo ontstond als vanzelf een boomgaard van jonge appelbomen, een plek voor de bessenstruiken en een plek voor pruimenbomen.       

Bloeiende kweepeer

Er staan veel hazelaars en deze leveren ons hazelnoten, maar ook vlechtmateriaal en brandhout (het is vooral geschikt als aanmaakhout).  De vele vlierbessenstruiken geven nu ze bevrijd zijn van verstikkende braam en brem elk jaar een grote oogst vlierbessen, waar we vlierbessenwijn van maken.  De jonge fruitbomen beginnen nu voor het eerst fruit te geven, maar hebben nog even wat tijd nodig eer dat een overvloedige oogst te noemen is. In de afgelopen tijd hebben we verschillende rassen appels geplant, maar ook; peer, amandel, perzik, pruim, kweepeer, krent.
Er staan ook wilde appelbomen in het bos. Deze leveren vooral kleine, zure appeltjes op. De wilde kersenbomen geven lekkere kersen, maar met minder vruchtvlees dan de meeste gekweekte soorten.

Oude appelboom in bloei.

Bij het aanplanten van planten en struiken gaat onze aandacht ook uit naar drachtplanten voor de bijen. Door het verwijderen van woekerende planten zien we al steeds meer soorten bloeiende planten opkomen. De kruidentuin staat nog in de startblokken, maar zal op den duur veel bijen en vlinders aantrekken.  Een muur met Sedum blijkt al heel aantrekkelijk voor de bijen.

Het bos is onze jaarlijkse bron van brandhout en levert daarnaast ook wat bouwmateriaal op. Het meeste brandhout komt van oude omgevallen bomen, maar als er eens een boom omgaat dan wordt er rekening gehouden met de bomen die voor de toekomst bedoeld zijn. Kaalkap is beslist geen optie.

Elk jaar breiden we de moestuinen een beetje uit en daarmee de te verwachten opbrengst. 

Pas aangelegd aardappelveldje in het bos.
Er liggen plannen om de activiteiten op het landgoed verder uit te breiden – het bos is nog lang niet uit gegroeid.

http://www.youtube.com/watch?v=GFbcn06h8w4&feature=share

Tom Verhoeven

Auvergne, zomer 2013