donderdag 3 december 2015

Argumentum ad Verecundiam



Er zijn veel discussies te vinden op het internet – vooral op FB. Lang niet alle discussies zijn boeiend en vele vervallen in ordinair gescheld en getier.
Maar zelfs als er een goede discussie gaande is, valt het meteen op dat mensen vooral vanuit emotie reageren en zelden correct logisch redeneren.
Emotioneel reagerende mensen haken bij een echte discussie vaak als eerste af. Emoties overtuigen niet. 
Als ze al blijven deelnemen dan passen ze graag het trucje van selectief negeren toe.  Een argument dat hen niet bevalt, of niet passend is in hun eigen doctrine, wordt dan genegeerd. Zelfs als men er later in hun discussie op terugkomt zullen ze er verder niets mee doen – het genoemde feit bestaat simpelweg niet in hun werkelijkheid. Ze hoeven het er dus niet over te hebben. 

Wie om slechts een voorbeeld te noemen, in een discussie over geschiedenis van de slavernij begint over blanke slaven, zal weinig respons krijgen. Onwetende mensen menen ten onrechte dat er alleen sprake was van zwarte slaven die van Afrika naar Amerika werden overgebracht. Dat er in dezelfde periode ook veel handel in blanke slaven  was speelt voor hen geen rol. Zij hebben alleen oog voor het leed dat de zwarte slaven is aangedaan. Het wordt nog gekker als men gaat eisen dat de nazaten van de zwarte slaven financieel gecompenseerd moeten worden. En dat er excuses moeten komen van de overheid. Het "gelijke monniken, gelijke kappen" principe toepassend zouden dan ook de nazaten van de blanke slaven financieel gecompenseerd moeten worden en excuses van de overheid moeten krijgen. Maar dat blijkt niet de bedoeling, want het past niet in hun wereldbeeld.

Zo bracht ik ooit eens naar voren dat het ook voorkwam dat Nederlanders die in Afrika verbleven een zwarte vrouw huwden en met haar een heel traditioneel Hollands, christelijk huwelijk mee hadden. Dat paste niet in het beeld van de Nederlandse slavenhandel en werd vervolgens genegeerd. Toch is het een historisch gegeven.

Een ander argument waar sommigen het toch wel heel erg moeilijk mee lijken te hebben is het autoriteitsbeginsel – het Argumentum Ad Verecundiam. Mensen hebben de neiging om een argument dat naar voren gebracht wordt door een huisarts hoger aan te slaan dan het argument dat aangevoerd wordt door een huisschilder over hetzelfde onderwerp. Soms lijkt dit aannemelijk, en er zijn voorbeelden te noemen waarop men voor het gemak even uit moet gaan van het gezag van iemand; de ambachtsman, de schoolmeester, de huisarts, een jurist. 
Maar in feite heeft iedereen die aan een discussie deelneemt dezelfde plicht om met geldige argumenten te komen, gebaseerd op aantoonbare feiten en logische redenaties.  Aanvoeren dat “deze persoon een echte kunsthistoricus is” toont geenszins aan dat de betreffende kunsthistoricus het ook bij het rechte eind heeft.

Tijdens een van de eerste lessen wiskunde die ik op de middelbare school kreeg gaf de wiskundeleraar al meteen het goede voorbeeld". Hij stelde; "ik wil jullie iets vertellen over een wiskundig principe waarbij ik dit axioma ga gebruiken", waarna hij het axioma op het bord schreef. "Voor nu moeten jullie dit axioma voor het gemak even voor waar aannemen, maar na mijn uitleg zal ik het axioma ook als waar aantonen. En dat deed hij even later ook inderdaad. Hij deed dus geen beroep op zijn gezag als wiskundeleraar, maar leverde het bewijs dat hij toegezegd had. Dit voorbeeld van zo lang gelden is me altijd bijgebleven en ik heb het sindsdien toegepast in elke dialoog.    

Tom Verhoeven
Auvergne, herfst 2015

dinsdag 3 november 2015

Notities over Autisme



Autistisch gedrag is niet altijd gemakkelijk te herkennen. Ooit vertelde een van mijn studenten me dat haar broer ernstig autistisch was. En dat sinds kort was komen vast te staan dat ook zij een stoornis had die binnen het autistisch spectrum viel. Ik kon me er op dat moment niet veel bij voorstellen en vroeg haar dus om voorbeelden waar dit zich in uitte. Ze gaf me enkele voorbeelden van obsessief gedrag. En ik realiseerde me dat ik die gedragingen ook inderdaad bij haar had gezien tijdens mijn lessen. Maar omdat iedereen nu eenmaal zijn eigen eigenaardigheden heeft, had ik er niet bij stil gestaan en het nimmer geassocieerd met een gedragsstoornis. Het leek me ook dat ze er nauwelijks problemen van ondervond, ze had een academische opleiding afgerond, carriere gemaakt als arts, had allerlei leuke hobbies, leuke woning. Het bleek toch anders te liggen; ze was inderdaad in sommige opzichten succesvol, maar tegelijkertijd ondervond ze veel hinder van haar autisme. Ze maakte moeilijk contact met mensen, had rigide opvattingen over haar werk, kreeg conflicten met haar ouders, familie, echtgenoot. Het leidde tot een scheiding en daarnaast verloor ze haar baan. Lichtpuntje was dat ze nu ze wist dat ze een autistische ontwikkelingsstoornis had er met therapie iets aan kon proberen te doen.

In meer recente jaren bleek ook een gezin dichter bij huis te worstelen met autisme. Bijkomend probleem is dat dit gezin geen noodzaak ziet om hulp en begeleiding te zoeken, met als gevolg dat de kinderen met autistisch ontwikkelingsstoornis, naar mate ze ouder worden, er meer hinder van ondervinden. Als ouders geen hulp willen accepteren sta je zelfs als familielid machteloos. Autisme heeft iets gemeen met een virus; als een van de ouders of een van de kinderen het heeft, dan is er het risico dat het “overslaat” op het hele gezin – het gezin als geheel vertoont gedrag dat autistisch is. Als het gezin geen professionele hulp zoekt raakt het al snel in een isolement waar ze zelf, vanwege het autisme, nooit uit kunnen komen.           

Autisme; eenzelvig / in zichzelf gekeerd zijn.

Autisme zoals we dat nu kennen is een relatief nieuw begrip. Aanvankelijk werd het vooral toegespitst op gehandicapte kinderen die niet reageerden op alledaagse prikkels, men meende dat deze kinderen naast een fysieke beperking ook een psychische beperking hadden. Tegenwoordig wordt er meer gesproken over het autistisch spectrum van gedragsuitingen, die op zichzelf heel menselijk zijn, maar soms zodanig uitvergroot dat ze voor de betrokkenen een belemmering kunnen vormen om zich volledig te ontwikkelen in studie, training of werk.  Autisme kreeg grote bekendheid door de film “Rainman” (1989), waarin de hoofdrolspeler Dustin Hoffman een vrij extreme vorm van autisme liet zien. Na het verschijnen van de film ontstond er meer aandacht voor autisme en kwamen er steeds betere omschrijvingen van gedragsuitingen die binnen het spectrum van autisme vielen of juist daarbuiten.  De toename van het aantal gevallen van autisme is vooral te wijten aan die meer nauwkeurige beschrijvingen.

Oorzaken

Erfelijkheid wordt vaak gezien als de hoofdoorzaak. Maar de laatste jaren wordt er ook steeds meer verband gelegd met verkeerde voeding (fast food, kant en klare maaltijden, geprefabriceerd voedsel, suiker) en met de toename van het gebruik van pesticiden.  Daarnaast blijkt dat sociale druk, met name door een niet goed functionerend gezin,  ook bij andere gezinsleden tot gedragsuitingen kunnen leiden die binnen het autisme spectrum vallen.
Omdat er nog steeds nieuwe mogelijke oorzaken gevonden worden en tegelijkertijd er nieuwe omschrijvingen ontstaan voor de verschillende gedragsstoornissen die binnen het autismespectrum vallen, beperk ik me hier zoveel mogelijk tot wat bekend staat als klassiek autisme.

Klassiek Autisme

Een stoornis in het autismespectrum of kortweg ASS is een pervasieve ontwikkelingsstoornis die de gehele mens diepgaand raakt. Ze is heel doordringend, heeft een permanent karakter en heeft invloed op alle domeinen van het leven. De overheersende stoornis bestaat uit moeilijkheden bij het verwerken van cognitieve, taalkundige, motorische en sociale vaardigheden. Autisme spectrum stoornissen kunnen optreden bij alle intelligentie niveaus.
De mate waarin verschilt van persoon tot persoon. Om ASS te kunnen vast stellen is een langdurige observering van het gedrag van de persoon nodig.  Kenmerkend voor mensen met ASS zijn beperkingen op drie gebieden; sociale interactie en verbeelding, communicatie en (lichaams-) taal, stereotiepe interesses en gedrag  – en deze komen bij alle mensen met ASS in meer of mindere mate voor.
Autisme heeft men nooit alleen – het beïnvloed de sfeer en de samenhang  van een gezin in zo’n grote mate dat ook bij de andere gezinsleden gedrag zichtbaar is dat binnen dat spectrum van autisme valt. Ook kinderen die om andere redenen in een isolement terecht gekomen zijn vertonen vaak dezelfde kenmerken. 
In de uitingen van Klassiek Autisme zijn er grote verschillen. Waar men met de een totaal geen contact kan krijgen, kan men met de ander in eerste aanleg normaal praten.

De drie gebieden die kenmerkend zijn voor mensen met Klassiek Autisme:

Sociale Interactie en verbeelding.
De stoornis binnen de sociale interactie is vaak het opvallendste kenmerk van autisme. Mensen verwachten van elkaar een bepaalde vorm van socialiteit, zeker als het gaat om de opbouw van een relatie, waarin ook wederkerigheid wordt verwacht.
Voor mensen met autisme is dit meestal erg moeilijk, omdat er voor sociale interacties geen duidelijke en vaste regels zijn en zij dus weinig houvast hebben. Door hun probleem met empathie is het ook erg moeilijk voor hen zich in de gevoelens, intenties en gedachtegang van de ander te verplaatsen. Ook zijn mensen met autisme niet goed in het uitdrukken van hun gevoelens. Ze missen een coherent zelfbeeld waardoor zij hun emoties ten opzichte van anderen niet duidelijk kunnen definiëren. Mogelijk oorzaak kan verband houden met hun fysieke coördinatie problemen, uit de zinnelijke gewaarwording van hun lichaam kunnen autistische mensen geen coherent zelfbeeld synthetiseren. Hun onvermogen om sociale emoties te kunnen herkennen en benoemen staat in een rechtstreekse verhouding tot hun veelal beperkte abstractievermogen.
Personen met ASS zijn  erg in zichzelf gekeerd. Ze kunnen zich volledig afsluiten van contact met anderen.  Ze maken geen oogcontact met de ander. Of ze staren de ander juist aan en maken daardoor inbreuk op diens persoonlijke ruimte.
Ze ervaren een gebrek aan wederkerigheid; niet om beurten praten, geen dialoog voeren maar een monoloog. Op sommige momenten kunnen ze plotseling stil vallen, de ander negerend tot het punt dat ze doof lijken. Ook op vervolgvragen wordt niet meer gereageerd.
Gebrek aan interesse in andere mensen of in het delen van interesses of tonen van prestaties. 
Ze kunnen zich moeilijk inleven in het gedrag en de gevoelens van andere mensen. Ze weten niet goed hoe te reageren op het gedrag van de ander, kunnen niet goed inschatten wat de ander voelt, ervaart of denkt, begrijpen hun taalgebruik, reacties en gebaren niet.  
Ze kunnen moeilijk accepteren dat er meerdere manieren zijn om ergens tegenaan te kijken en niet slechts een juiste manier.  De opvatting van de ander valt altijd in een van twee vakjes; goed of slecht.
Bij kinderen is er vooral sprake van moeite met wederkerige sociale interactie met andere kinderen van dezelfde leeftijd. Ze hebben moeite met het maken van vrienden met kinderen van dezelfde leeftijd.
Onwaarschijnlijk dat het kind zelf initiatief neemt  om anderen te benaderen of sociale interactie met iemand nastreeft; komt over als afstandelijk en geeft er de voorkeur aan om alleen te zijn.
Ze hebben moeite om zich te hechten aan mensen. Hebben een weerstand tegen aanraking.
Het geheel afbreken van contact, ook al gaat het om langdurige familiebanden, gaat hen relatief gemakkelijk af.  Het gevolg is dat ze ongemerkt in een sociaal isolement terecht kunnen komen. Omdat ze de wereld alleen vanuit hun eigen perspectief kunnen begrijpen en zich niet kunnen inleven in de ervaringen en gevoelens van de ander, ligt de oorzaak van het probleem ook altijd bij de ander.

De sociale stoornis kan zich voorts heel divers manifesteren. Er worden vier types onderscheiden;

Het afzijdige of inalerte type: dit is de klassieke autist. Onverschillig tegenover vreemden, maar ze aanvaarden lichamelijke toenadering door wie ze vertrouwen. Omgang met anderen: alleen als ze iets van hen willen.
Het passieve type: zij zullen geen initiatief nemen, maar zijn bereid te doen wat hen gevraagd wordt.
Het actief- maar- bizarre type: neemt initiatief tot sociaal contact. De wijze waarop is echter onaangepast en eenzijdig. Ze praten eindeloos over hun eigen thema’s of interesses en gaan alleen van zichzelf uit. In deze groep komen doorgaans intelligente tot hoog intelligente personen voor.
Het stijf-formalistische of hoogdravende type: is overmatig beleefd en vormelijk. Door hun hoge intelligentie weten zij hun problemen te compenseren en te camoufleren. Zij leren sociale regels uit het hoofd en overleven op basis van aangeleerde of verworven scripts. Ze missen evenwel de intuïtie die nodig is om de subtiliteiten van het intermenselijk verkeer te begrijpen. Gebrek aan empathie, en sociale naïviteit kenmerken deze groep het meest. 

Communicatie en (lichaams-) taal

Personen met klassiek autisme hebben moeite met het herkennen van gezichtsuitdrukkingen, ze kunnen de intenties en gevoelens van de ander niet van het gezicht aflezen;  boos,  angstig,  opgewekt,  serieus,  liefdevol, verdrietig, streng,  etc. kunnen ze niet of nauwelijks onderscheiden. Ze voelen de intonatie van de stem niet goed aan en de lichaamstaal van de ander begrijpen ze niet.
In taalgebruik – zowel schriftelijk als verbaal nemen ze figuurlijke uitspraken letterlijk op, taalgrapjes of variaties als ironie en sarcasme ontgaan hen.  Dit maakt het moeilijk voor hen om zinvol of speels te communiceren met een ander.
Vaak houden mensen met Klassiek Autisme niet van aanrakingen door anderen, zelfs niet door familieleden, vrienden of andere bekenden. Uitingen van genegenheid zoals een knuffel wordt niet gewaardeerd en leidt eerder tot een grotere afstandelijkheid en wantrouwen.  Dit heeft ook zijn weerslag in taalgebruik. Een formele brief schrijven lukt misschien nog, maar een informele brief waarin eerlijk en openhartig geschreven wordt over persoonlijke gebeurtenissen en gevoelens is onmogelijk. Tekenen met “hartelijke groeten “ is al te intiem.
Jonge mensen met Klassiek Autisme kunnen moeite hebben met spraak, en ook op latere leeftijd  klinkt de spraak van hen monotoon en robotachtig. Het lukt iemand met Klassiek Autisme vaak niet om “smeuig” te kunnen spreken, alles klinkt nagenoeg hetzelfde. Hierdoor is het voor de gesprekspartner moeilijk te achterhalen hoe iemand zich werkelijk voelt.  Iemand met Klassiek Autisme praat tegen iemand, niet met iemand. Dit uit zich ook in correspondentie; iemand met Klassiek Autisme vertelt de feiten, maar niet de emotionele gevolgen van een gebeurtenis.
De motoriek van iemand met Klassiek Autisme is vaak minder goed. Ze bewegen zich houterig. Vaak gebruiken ze ook geen gebaren om duidelijk te maken wat ze bedoelen. Ze gebruiken weinig tot geen gezichtsuitdrukkingen. Iemand met Klassiek Autisme heeft een achterstand in de grove en in de fijne motoriek. Non-verbale communicatie gaat hen niet goed af.
Communicatie is gebaseerd op betekenisverlening. Waar taal meestal geen probleem vormt voor mensen met autisme en een normale begaafdheid, is het toekennen van betekenis aan woorden dat wel.
Men onderscheidt expressieve (het uiten) en receptieve communicatie (het begrijpen). Voor beide geldt dat de techniek van de taal (zinsopbouw, woordenschat, etc) begrijpelijk is, maar dat de sociale aspecten van communicatie het probleem vormen. Dit vormt de grondslag van de problematiek van samenhang aanbrengen en het beperkte inlevings- en verplaatsingsvermogen.  In de praktijk betekent dit dat mensen met autisme goed om kunnen gaan met alles dat “letterlijk” en concreet is. Problemen doen zich voor als de ander bijvoorbeeld woordgrapjes maakt of ironische, spreekwoordelijke of emotioneel gekleurde begrippen gebruikt.  Verwijzende woorden, waarbij de betekenis verandert in tijd, ruimte of persoon zijn vaak problematisch. Hoe abstracter het begrip hoe moeilijker het wordt voor mensen met autisme.
Het “om de beurt wat zeggen in een gesprek” (dwz een dialoog voeren) is ook soms een probleem. Autistische mensen blijven hangen in hun eigen interesses. Hun verhaal kan onverwachte wendingen nemen en is vaak associatief en fragmentarisch.  Er kan sprake zijn van een vertraagde ontwikkeling van “gezamenlijke aandacht” (joint attention). Het kan zijn dat dit gedrag niet of slechts beperkt ontwikkeld wordt. Een kind dat een normale ontwikkeling doormaakt zal rond zijn eerste jaar gezamenlijk met anderen zijn aandacht op iets kunnen richten. Ook het kijken in dezelfde richting als de ander, als deze zijn hoofd draait om naar iets te kijken is een vorm van “gezamenlijke aandacht” (gaze following). Dit ontbreekt bij mensen met een autistische stoornis.  

Stereotiepe interesses en gedrag.

Personen met ASS hebben beperkte interesses, maar kunnen daarentegen weer wel helemaal opgaan in een specifieke activiteit zodat er ook nergens anders meer aandacht voor is. Men heeft bijvoorbeeld maar een hobby waar men dan ook alles vanaf weet.
In hun gedrag zijn vaak herhalende patronen te herkennen. De interesse die ze in een onderwerp hebben kan iets obsessiefs krijgen. Hun herhalend gedrag kan ook worden opgevat als een extreme koppigheid. Er is in feite een sterk verzet tegen verandering en een grote weerzin tegen nieuwe dingen of nieuwe ervaringen.  Telkens hetzelfde willen eten, telkens naar dezelfde video kijken of hetzelfde spelletje willen spelen. Bij volwassenen valt dit patroon vaak minder op omdat zij een groter repertoire aan gedragspatronen hebben aangeleerd.  
Autistische kinderen hebben moeite met het op de juiste wijze uiten van hun emoties.  Ze tonen soms helemaal geen angst voor echte gevaren, zoals bewegende voertuigen of hoogten, maar kunnen doodsbang reageren op onschuldige voorwerpen als een knuffeldier.
Wanneer het kind veel stress heeft kan hij of zij storend of zelfs agressief gedrag vertonen (het breken van dingen, het slaan van anderen, op de grond liggen krijsen, zelfs zelfbeschadiging aanrichten).

Mijn kind heeft autisme, wat nu ?

De grootste fout die men als gezin kan maken is om niets te doen.  Kinderen met autisme hebben actieve begeleiding nodig, maar ook het gezin als geheel heeft hulp nodig. Het is niet alleen het kind dat autisme heeft, maar het gehele gezin. De eerste stap is het herkennen van autisme. De gezinssituatie zal bekeken moeten worden, dagelijks gedragspatroon en voedingspatroon zal waar nodig aangepast worden, er wordt gekeken naar de activiteiten van de kinderen – en die van de ouders (in hoeverre doen ze dingen samen met de kinderen). Spelenderwijs creativiteit prikkelen en tegelijkertijd veilige grenzen leggen. Er zijn inmiddels meerdere methodes ontwikkeld die er op gericht zijn om een zo normaal mogelijk gezinsleven te leiden en tegelijkertijd de kinderen met een autistische stoornis handvaten te bieden om met hun eigen vermogens optimaal te leren omgaan. Professionele hulp is onontbeerlijk, net als actieve inzet van de ouders.

Tom Verhoeven
Auvergne, herfst 2015   

zondag 18 oktober 2015

Weird People



Laten we wel wezen; de meeste mensen zijn grosso modo hetzelfde. Dezelfde emotionele reacties op gebeurtenissen in hun leven, dezelfde angsten, dezelfde verlangens, dezelfde voorkeuren, dezelfde smaak, dezelfde mening. De meeste mensen willen ook dat de ander hetzelfde is want we zijn allemaal gelijk. Het maaiveld moet wel gelijkmatig gezeisd zijn. Scholing is dan ook standaard en aan het eind doet iedere leerling een standaard test. Om vervolgens een baan aan te nemen waar elke dag er hetzelfde uitziet als de vorige en de volgende. Zelfs het patroon van trouwen, kinderen krijgen, scheiden, hertrouwen met iemand anders verschilt nauwelijks met datzelfde patroon van de buren. Zelfs de woningen zien er hetzelfde uit, want iedereen koopt bij Ikea zijn keuken, zijn meubels, zijn pannen - en iedereen gaat naar Intratuin voor dezelfde struiken en plantjes.

Mensen zijn de ideale consumenten; saai en voorspelbaar.

Dat maakt de buitenbeentjes zo bijzonder, die ene uitzonderlijke ambachtsman, die ene man die nergens geaccepteerd lijkt te worden, die zonderlinge schrijver, die verzamelaar van vreemde objecten, de man die ernstig ziek is maar het goed verborgen weet te houden, de heremiet, de oude man die nog steeds zo leeft als hij zestig jaar geleden deed, de gevoeligen en de gekwetsten, de alleengaanden, de vergetene ...

Het zijn deze uitzonderingen die dichter bij het echte leven staan. Een ontmoeting met hen is een gebeurtenis die je bij blijft. Een aanraking met hen maakt dat je zelf voorgoed veranderd bent.




Tom Verhoeven
Auvergne, herfst 2015

dinsdag 22 september 2015

Noem het een Wet van Leven



"There was a farmer who grew excellent quality corn. Every year he won the award for the best grown corn. One year a newspaper reporter interviewed him and learned something interesting about how he grew it. The reporter discovered that the farmer shared his seed corn with his neighbors. “How can you afford to share your best seed corn with your neighbors when they are entering corn in competition with yours each year?” the reporter asked.
“Why sir,” said the farmer, “Didn’t you know? The wind picks up pollen from the ripening corn and swirls it from field to field. If my neighbors grow inferior corn, cross-pollination will steadily degrade the quality of my corn. If I am to grow good corn, I must help my neighbors grow good corn.”
So is with our lives... Those who want to live meaningfully and well must help enrich the lives of others, for the value of a life is measured by the lives it touches. And those who choose to be happy must help others find happiness, for the welfare of each is bound up with the welfare of all...
-Call it power of collectivity...
-Call it a principle of success...
-Call it a law of life.
The fact is, none of us truly wins, until we all win!!"


Dit verhaal vond ik op internet en deelde het met een FB-groep die over zelfvoorzienend  leven gaat. Er waren veel mensen die de knop “like” indrukten, maar de reacties die mensen gaven toonden dat niet iedereen de strekking van het verhaal had begrepen.  Men begreep de connectie met zelfvoorzienend ook niet.
Nu is zelfvoorzienend zo’n begrip dat op verschillende manieren begrepen zou kunnen worden.  We zouden het letterlijk kunnen opvatten;  het is een methode waarmee ik zelf in mijn basis behoeftes voorzie.  Het gaat om mij, als individu. Er blijken nogal wat mensen te zijn die een voorkeur hebben voor deze omschrijving, ze beschouwen zichzelf als een einzelgänger, een lone wolf,  een eenzame cowboy die een zakkende zon tegemoet rijdt, een “Dirty Harry”, kortom een individualist. Niet zelden gaat het om mensen die ook een grote belangstelling hebben voor “off the grid” leven, voor jacht en of om “preppies”die zich voorbereiden op een naderende wereldramp en zich daar op verschillende manieren op voorbereiden.  Het is niet alleen dat ze het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan, ze zien de ander ook als opponent.   

Een mildere variant weerspiegelt het neoliberale gedachtengoed; we moeten het ieder voor onszelf zien te redden.  Zelf met alle denkbare middelen voldoende geld verdienen om je eigen huis, je eigen tuin te kunnen aanschaffen zonder rekening te hoeven houden met de behoeften van andere of de overheid, zonder rekening te houden met morele bezwaren. Wie dat niet lukt heeft pech gehad.

Er bestaat ook een consumenten variant; geheel zelfvoorzienend je eigen zeep leren maken, maar alle ingrediënten middels internet aanschaffen.  Cursussen volgen die je een goed zelfvoorzienend gevoel geven waarna je thuis in je doorzonwoning of tweekamerflat nageniet met een bakje Nespresso (what else).

Dan zijn er ook mensen, en hun aantal neemt helaas toe, die noodzakelijkwijs steeds meer zelfvoorzienend leven. Ze hebben geen geld om allerlei luxe benodigdheden aan te schaffen.

En mensen die er vooral een manier in zien om zelf aan goed gezond voedsel te komen door het zelf te verbouwen.  En/of een manier om een eigen huis te bouwen. Het gaat hen vaak meer om een pragmatische aanpak.    
De laatste twee benaderingen staan samenwerking met anderen niet in de weg. Dus in plaats van zelfvoorzienend zou je ook kunnen spreken van samenvoorzienend.

Voor sommigen betekent dit dat ze ook het liefst in groepen van gelijkgestemde geesten willen leven waarin gezamenlijk gezorgd wordt voor de basisbehoeftes.
In de reacties op het artikel kwam daarom de tegenstelling tussen individualisme en leven in een groep herhaaldelijk naar voren.

Andere reacties bestonden uit de bekende stokpaardjes die mensen weer van stal haalden, ook al hadden ze voor het onderwerp geen enkele relevantie, en de gebruikelijke dooddoeners van New Age piekeraars; “het is zoals je het zelf ervaart”, “het is waar je je goed bijvoelt”, “het is wat jij wilt dat het is”.  
Tenslotte waren er de mensen die in het verhaal of de inleiding dogma’s meende te moeten lezen. Ik ben, maar dit geheel terzijde, op internet nog nooit iemand (filosofen niet meegerekend) tegengekomen die begreep wat het woord dogma echt betekende.  Zie dat het woord wel steeds vaker gebruikt wordt, maar zelden in de juiste betekenis.

De anecdote;

Het verhaal vertelt niet of de boer die jaarlijks zulke uitstekend graan verbouwt alleen leeft of met een gezin.  Het is ook niet duidelijk of hij geheel zelfvoorzienend is of daadwerkelijk samenwerkt met andere boeren.  De controverse individualist versus groep is feitelijk niet aan de orde.
Waar het om gaat is dat de boer inziet dat eigenbelang hetzelfde is als het belang van zijn buren – er is geen tegenstelling.  In wezen is dit hoe de natuur werkt.
In de moderne samenleving speelt het eigenbelang een grote rol zonder dat er oog is voor de grotere verbanden. Juist dat maakt de levensstijl van de huidige generaties  zo destructief.  Het verhaal van de graan verbouwende boer laat een ander filosofisch inzicht zien. Maar blijkbaar een waar in ieder geval zelfvoorzienende mensen moeite mee lijken te hebben.

Tom Verhoeven
Auvergne, zomer 2015