woensdag 4 februari 2015

Familie banden



Het verlangen van de mensheid naar het paradijs kan voornamelijk worden opgevat als de vurige wens, tenminste een keer vredig zonder familie te kunnen leven. Kurt Tucholsky (1890 – 1935)

In iedere familie, die niet je eigen is, stik je. In je eigen familie stik je ook, maar merk je het niet. Elias Canetti (1905)

De vader die zich hard betoont tegen zijn kinderen zal een zware oude dag moeten doorstaan. Euripides

Een ding staat wel vast: ouders moet je met zorg kiezen.  Simon Carmiggelt

Een op de vier mensen is een chinees. Als je vader, je moeder of je broer het niet is dan ben jij het.  Wiet van Broeckhoven

Na een goed diner kan men iedereen vergeven, zelfs zijn eigen familieleden.  Oscar Wilde

Toen mijn kleinzoon 6 of 7 was, begon hij door te krijgen dat zijn opa bekend was. Hij was erbij toen ik een keer handtekeningen moest uitdelen. Hij begon ook briefjes uit te delen waar hij iets op geschreven had.
Ik keek wat hij erop geschreven had. Er stond 'Opa'. Dat zijn de mooiste dingen.   Johan Cruijff

De vader die zijn zoon diens taken niet leert is even schuldig als de zoon die zijn taken verwaarloost. In staat te zijn om vijf taken overal te oefenen is de perfecte deugd;  serieusheid, vrijgevigheid van de ziel, oprechtheid, eerlijkheid en vriendelijkheid.
Confucius

Op het eerste gezicht lijkt het een buitenissig onderwerp voor mij. Ik woon immers alleen en heb nauwelijks nog familie. Toch is het een onderwerp dat de laatste tijd nog al eens ter sprake is gekomen. Tijd om enkele van mijn gedachtes over familiebanden op papier te zetten.

Zelf ben ik opgegroeid in een hecht en warm gezin. Geen rijk gezin, maar met ouders die hard werkten zodat de kinderen nergens tekort aan kwamen. Mijn vader had vaak wisseldiensten – vooral de nachtdiensten leverden extra geld op. Mijn moeder probeerde geld bij te verdienen door inpak werk en verspreidwerk. Ondanks dat ze veel bezig waren bleef er tijd over om met de kinderen spelletjes te spelen of om de kinderen allerlei dingen bij te brengen. Zo leerde ik van mijn vader fietsen, maar ook hoe ik mijn fiets moest repareren. Vooral in de vakantie was er tijd voor badminton en voetbal – en soms kwam mijn vader met een heel nieuw spel. Vooral toen ik klein was deden we aan acrobatiek. Verzamelingen aanleggen werd door mijn ouders aangemoedigd – mijn vader bracht me voor het eerst naar grote verzamelbeurzen. De eerste keer naar de bioscoop was met mijn vader, net als na afloop voor het eerst proeven van een nasibal in de snackbar naast de bioscoop. Bijzonder waren elk jaar de vieringen van de verjaardagen en vooral de feestdagen; Kerst, Sinterklaas, Oud en Nieuw, Pasen.

De band tussen mijn ouders was heel hecht. Moeizamer was het contact tussen mijn ouders en hun broers en zussen. Voor mijn Brabantse familie was katholicisme belangrijk en men keek neer op niet-gelovigen zoals mijn vader. Bovendien zagen ze zichzelf als middenstanders, terwijl mijn vader een arbeider was. Wat hij als arbeider allemaal bereikt had werd evenmin gewaardeerd. Dat gaf soms de nodige spanningen. De afstand bleek ook een obstakel. Minstens eens per jaar gingen we met trein en bus naar Brabant, maar de meeste familieleden bezochten ons nooit. Als middenstanders hadden ze allemaal een auto, dus vervoer zal het probleem niet geweest zijn. Men had eenvoudigweg geen belangstelling voor ons. Grote uitzondering was mijn oudtante, de zuster van mijn vroeg overleden grootmoeder. Zij bezocht ons vaak en bleef dan enkele dagen logeren. We spraken haar aan met tante, maar eigenlijk was ze als een oma voor ons.

Mijn vader’s relatie met zijn broers en zussen verliep ook niet altijd even soepel. Ze waren opgegroeid met een dominante moeder en dat heeft de onderlinge banden niet hechter gemaakt, maar eerder competitief. Om hun moeder te plezieren voelde elke broer en zus zich verplicht om de ander te overtreffen. Mijn vader brak uiteindelijk met zijn moeder. De band tussen de meeste broers en zussen leek zich weer enigszins te herstellen toen mijn moeder ernstig ziek werd.   

De ziekte en het overlijden van mijn moeder betekende dat de oorspronkelijke structuur van het gezin uiteen viel. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe banden, soms opgelegd door de wet zoals de benoeming van een voogd of door een onverwachte ontmoeting. Mijn vader leerde zijn tweede vrouw een klein jaar na het overlijden van mijn moeder kennen. Het betekende dat iedereen zich weer moest leren voegen naar een nieuwe situatie en dat bleek niet gemakkelijk. Zelf werd ik er in ieder geval niet gelukkiger op. Het verlies van het vertrouwde was nog te vers.
 
Familiebanden zijn belangrijk. Het gezin waarin je opgroeit en de familie waarmee je opgroeit is bepalend voor de manier waarop je naar de werkelijkheid kijkt, hoe je in je verdere leven met relaties en familiebanden omgaat. De relatie die je als kind hebt met je ouders is bepalend voor de rest van je leven, het heeft je karakter en levensinstelling gevormd. Je latere levenservaringen zullen ook een belangrijke rol spelen en zelfs kunnen maken dat je manier van kijken naar en begrijpen van de werkelijkheid veranderd. Maar de herinnering aan die goede of slechte eerste levenservaringen blijft.
Voor sommigen is familie een bron van onvoorwaardelijke steun en liefde, voor anderen een bron van ergernis en verdriet. Onvermijdelijk geef je je eigen jeugdervaringen, goed of slecht, door aan de volgende generatie; je eigen kinderen. Bijgevolg zie je na verloop van tijd een herhaling van zetten. Als de ouder heeft gebroken met zijn/haar ouders dan is de kans groot dat ook zijn/haar kinderen op hun beurt zullen breken met hun ouders.

Het komt ook voor dat een ouder een bewust keuze maakt om een patroon te doorbreken. Mijn vader was hier zelf een goed voorbeeld van. Zijn moeder was niet alleen dominant, maar ook gewelddadig, hij werd in zijn jeugd geregeld door haar geslagen. Ze sloeg niet alleen met haar handen, maar had een voorkeur voor een eind rotan. Ongetwijfeld is dit iets wat ze van haar eigen jeugd had meegekregen. En haar moeder weer uit haar jeugd. Mijn vader nam zich voor om koste wat het kost nooit fysiek geweld bij zijn kinderen toe te passen. En het is hem gelukt dit patroon te doorbreken.  
Het vergt karakter en inzicht in eigen zelf om zo’n bewuste keuze te kunnen maken. Teveel mensen zijn er gemakzuchtig in en vinden fysiek geweld ergens toch enigszins acceptabel. En dat geldt voor meer gedrag dat er geleidelijk in slijt maar evenzeer nare gevolgen kan hebben; niet meer samen met de kinderen eten, maar met een bord op schoot voor de televisie, niet meer zelf koken, maar kant en klare maaltijden uit de magnetron serveren of eten uit de snackbar halen, niet meer naar de kinderen gaan kijken als ze meedoen aan een sportwedstrijd of aan een optreden, niet met de kinderen op vakantie, niet meer met ze een dagje naar het strand, de bossen, een museum, een voorstelling. Het zijn vaak kleine gebeurtenissen of handelingen die op dat moment onbelangrijk schijnen, maar waar kinderen op latere leeftijd de meeste goede of nare herinneringen aan hebben. Vooral als het niet om een incident gaat, maar een vast patroon.

Voor mij zijn die eerste jaren dat ik opgroeide doorslaggevend geworden, net als de periode waarin het oorspronkelijke gezin geleidelijk uiteen viel. Die vroege ervaringen maken dat ik mensen benijd die een hechte band met hun familie hebben en er aan werken om die banden te onderhouden. Ze maken ook dat ik weinig begrip heb voor mensen die niets geven om familiebanden. Wel heb ik begrip en compassie voor hen die door traumatische ervaringen hun gezin of familie zijn kwijtgeraakt of ongewild het contact hebben verloren. Het zit immers dicht bij mijn eigen ervaringen.

Een tijdje terug kwam ik enkele aanwijzingen tegen om een hechte familieband te krijgen en te behouden. Sommige waren de moeite waard om hier te herhalen, andere heb ik aangevuld of vervangen door betere suggesties.

Leer communiceren. Zwijgen en ondertussen halsstarrig volharden in onaangenaam gedrag is geen goede vorm van communicatie. Leer luisteren naar de ander; zijn/haar inzichten kunnen zeer waardevol blijken te zijn. Leer om te gaan met kritiek. Kritiek is belangrijk, het helpt je groeien, ontwikkelen, nieuwe ervaringen op te doen, tot nieuwe inzichten te komen. Leer helder je eigen standpunten en emoties onder woorden te brengen. Leer accepteren dat een ander sommige dingen echt beter begrijpt, meer weet, meer levenservaring heeft en verbeter je zelf door te luisteren naar wat de ander te bieden heeft. Leer te luisteren naar wat familieleden elkaar te vertellen hebben, probeer onderlinge ruzies bij te leggen. Meng je niet in familievetes. Blijf te alle tijden communiceren. Zodra er niet meer met elkaar gepraat wordt gaat het geheid fout en blijkt de breuk al gauw permanent.

Investeer tijd en aandacht in je familie. Verjaardagen van ooms, tantes, neven en nichten zijn wellicht niet de meest memorabele gebeurtenissen van het jaar. En misschien zijn andere gebeurtenissen veel belangrijker zoals geboorte, huwelijk, overlijden, ziekte. Toch is het goed om op de minder memorabele gebeurtenissen je gezicht te laten zien of van je te laten horen. Je toont daarmee interesse in je familie en het versterkt de band met hen. Neven en nichten kunnen goede vrienden van je worden. En je grootouders, ooms en tantes kunnen je eindeloos vertellen over je ouders. Hoe meer je je terug trekt van dit soort familiegebeurtenissen, hoe losser de band wordt.

Omgang met je familie is belangrijk. Zorg er echter wel voor dat de familierelatie gezond en evenwichtig is. Steun niet teveel op je familieleden en zorg er voor dat zij het ook niet doen bij jou. Bewandel altijd je eigen pad en laat je niet belemmeren in je ontwikkeling. Offer jezelf dus niet op ter wille van een familielid en cijfer jezelf niet weg om het een familielid naar de zin te maken. Bedenk dat je je familie niet voor het kiezen hebt. Je zult het bovendien voor de rest van je leven met die familie moeten doen. Als de familie goed en evenwichtig met jou en met elkaar omgaat dan mag je van geluk spreken en doe je er goed aan om zuinig met hen te zijn. Ben je echter opgegroeid in een negatieve of zelfs toxische familie, dan is het vaak beter te investeren in de eigen vriendenkring en de gemeenschap waar je deel van uit maakt. De niet biologisch verwante familie kan minstens zo belangrijk zijn als de biologische. Bedenk echter dat je ook voor hen moeite zult moeten doen.  

Tom Verhoeven

Auvergne, winter 2015