Je overpeinzingen op papier zetten is een
ding. Ze plaatsen op een andere plek die toegankelijk is voor andere ogen,
zoals een weblog, is iets anders. De weblog kan verborgen blijven, ongezien en
ongelezen. Maar als mensen het hebben gevonden dan kun je ook reacties
verwachten. Met name op de op een laatste tekst die ik toevoegde, over Traag
Tuinieren, ontving ik vrij veel reacties van verschillende kanten. Het was
overwegend positief, men kon zich blijkbaar in de opvattingen over tuinieren
van Felder Rushing wel vinden. Ik eindigde bij het schrijven van de tekst bewust
met een citaat van Felder Rushing over een dode bremstruik die hij in zijn
voortuin liet staan. Ik vooronderstelde dat dit voor veel mensen net een stap
te ver zou zijn. De tuin een beetje zijn eigen gang laten gaan zouden mensen
misschien nog accepteren, maar een dode struik of boom in hun tuin?
Mijn vooronderstelling bleek te kloppen, als
mensen met een negatieve reactie kwamen (het was een minderheid), dan vielen ze
steevast over die dode struik.
Ik woonde al een tijdje in Betondorp,
Amsterdam, toen ik daar na de grote renovatie van het dorp een woning met een
tuin kreeg. Mijn eerste eigen tuin. Wat er aan planten en struiken had gestaan
was door de werkzaamheden aan het pand ernstig beschadigd of verdwenen. Een
oude Gouden Regen stond er nog en die deed het erg goed. Bij het opnieuw
aanleggen van de tuin koos ik voor veel verschillende struiken, een lage heg en
besloot ik de achtertuin voor een deel af te schermen met rieten platen. Het
gaf mijn bonsai wat meer schaduw en mij een koel nisje om er af en toe een boek
te lezen.
Op een zomerse dag zat ik daar verdiept in een
boek. Ergens hoorde ik een geluid dat ik niet goed kon plaatsen. Een merel
vloog van de rand van de rieten schutting om een framboos uit de tuin te pikken
en die te voeren aan haar jong dat ook op de schutting zat. Natuurlijk dacht ik
eerst dat het geluid door hen veroorzaakt werd. Maar nadat ze vertrokken waren
hoorde ik het nog steeds. Een zacht soort geknars. Het bleek om insecten te
gaan. Sommige insecten probeerden te nestelen in de holtes van de rietstengels,
anderen knaagden stukjes van het riet af om het te gebruiken als nestmateriaal.
Riet is zulk geschikt materiaal voor insecten omdat het onbewerkt is. Er zit
geen olie of verf of ander spul op dat het duurzamer moet maken. Het is
natuurlijk materiaal. Gemaakt van dode planten.
Een deel van het landgoed is overwoekerd door
brem en braam. Op zulke plekken groeit er bijna niets anders meer. Vooral de grote hoeveelheid brem is zorgelijk.
Brem is vuurgevaarlijk. Perfect aanmaakhout, bij het kamperen hadden we zelfs
in de regen al heel snel een knappend houtvuurtje gaande dankzij de brem. Bij
een bosbrand zal de brem het vuur snel doen verspreiden en voldoende aanwakkeren
om ook andere bomen in brand te krijgen. De bewoners van het dorp zouden bij
zo’n bosbrand ook niet meer weg kunnen komen.
Alle reden dus om veel brem weg te halen.
Veel, maar niet alles. Genoeg om het land veilig te maken, genoeg om andere planten
en struiken een kans te geven, genoeg om op enkele plekken bomen te planten. De
brem neemt ook een belangrijke plaats in op het land, het geeft beschutting aan
de reeen, bijen en vlinders bezoeken de bloemen van de brem, de jonge scheuten
van de brem zijn eetbaar en van de takken is een traditionele bezem te maken. Het
is een mooie struik om te zien. Het vormt bij het ouder worden dikke grillig
gevormde knoesten. Deze laten we hier en daar op het land liggen als natuurlijk
kunstobject.
Wandelend door het bos is het telkens weer de
vraag of een dode boom of struik weggehaald moet worden of kan blijven staan of
liggen. Ook al gaat het goed met het bos, af en toe gaat er een boom dood. De
boom kan geraakt worden door de bliksem of een storm kan hem doen afbreken. Het
belangrijkste criterium dat we hanteren is eigenlijk veiligheid. Als een boom
zodanig beschadigd is dat hij elk moment op het pad of op de werkplek kan
vallen dan kunnen we niet anders dan de boom omzagen en weghalen. En als we
hout voor de winter nodig hebben dan valt de keuze eerst op zo’n boom. Op
dezelfde manier kijken we naar dode takken die nog in de bomen zitten. Zolang
het geen direct gevaar oplevert laten we het rustig zitten.
Waarom we die dode bomen toch laten staan?
Soms uit esthetisch oogpunt. Sommige dode bomen zijn door weer en wind zulke
fraai gevormde sculpturen. Iedere keer dat je er langs loopt kijk je er van op.
Maar bovenal om een natuurlijke reden. De dood
is een menselijk begrip. Een eindpunt. Er was even iets en nu is het weg. Tot
hier en niet verder. Het is een kenmerk van de westerse cultuur om lineair te
denken De natuur kent dit niet. In de
natuur is alles een eindeloos voortgaande levende kringloop. Wat wij zien als
een dode boom is voor heel veel dieren een habitat, een voedselbron, een baken
voor hun territorium, een uitkijkpost, een
schuilplaats. Er kunnen mossen, schimmels en planten in groeien. Tal van
insecten waaronder solitaire bijen en vlinders nestelen er, halen er hun
bouwmateriaal of voedsel vandaan. En hun aanwezigheid trekt weer vogels aan en
kleine dieren.
Een tuin is niets anders dan een klein stukje
natuur voor de deur. En natuurlijk hoort daar een dode struik of boom bij. Maar
het mag ook een boomstronk zijn, of een stapel houtblokken. Van een blok
onbewerkt hout kun je een bijenhuis maken door er wat gaten in te boren. Of bindt
een bundel korte riet- en bamboestengels bijeen en hang het ergens in de tuin
op – er zullen beslist bijen op af komen. Of plaats een rieten schutting of een
rieten afdakje. Tuin aan de waterkant? Een flinke stapel stro trekt ringslangen
aan.
En dan met een drankje en de voetjes op de
bank kijken naar al het komen en gaan van alles dat kan kruipen, sluipen,
lopen, springen, fladderen en vliegen.
Een beetje dood hout in je tuin doet je tuin
helemaal opleven!
Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012