Tuinieren in een
bos is een wonderlijke ervaring. Elke dag kun je verrast worden door het vinden
van een niet eerder ontdekte plant of door een plotse verschijning van een van
de dieren die in het bos huizen. Het uitzicht
op de omliggende heuvels, de frisse lucht, de geluiden van het bos en het
gegeven dat er geen mensen om je heen zijn, hebben een rustgevende werking. Zelfs als je in het bos of de tuin aan het
werk bent.
Tussen bos en
tuin is nauwelijks een onderscheid te maken, op onopvallende wijze gaat het een
over in het ander. Er is niet begonnen met een ontwerp, er zijn geen tekeningen
of vooropgezette plannen. Bepalend voor het aanplanten van bomen, struiken of
groenten is vooral de samenstelling van de grond, of er voldoende zonlicht is,
voldoende water. De paden zijn evenmin
ontworpen en aangelegd – de paden zijn eigenlijk de routes van ons vrij op het
land bewegende paard. Soms is het niet meer dan een wildspoor.
|
Voorbeeld van een bospad aangelegd door een paard. |
|
Op elk willekeurig moment kan er een paard opduiken uit het struikgewas.Grote grazers hebben een niet te onderschatten effect op het bos. |
Voor het afzetten
van de kleine percelen die bestemd zijn als moestuin of kruidentuin wordt
zoveel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijk materiaal; paaltjes van hazelaar
en es, vlechtwerk van hazelaar, of er wordt een houtril aangelegd. De houtrillen creëren hier en daar ook
beschutte plekjes in de schaduw. Verder zijn ze belangrijk als schuilplaats
voor allerlei dieren en dragen ze bij aan het vasthouden van vocht.
|
Met het plaatsen van een natuurlijke afscheiding ontstaat een beschutte plek. |
|
Een deel van het bos is echt oerbos, het is nagenoeg niet
veranderd sinds de tijd van de Romeinen.
Er staan onder meer eiken,
beuken, essen, esdoorn, meidoorn,
sleedoorn, vlier, hulst, wilde appel, kersenbomen, walnootbomen, tamme kastanje. Het bos wordt doorsneden door een oude
Keltische weg.
Het zijn vooral
de oude weidevelden waar al ruin vier decennia niets aan gedaan is. De velden zijn
volkomen overwoekerd door vooral braam, brem en sleedoorn of varens. We maken geen gebruik van trekkers of andere
zware machines om de woekerende en dode struiken te verwijderen, wel
incidenteel van een kettingzaag en een bosmaaier. Het meeste werk wordt gedaan
met behulp van zeisen, kapmessen en een snoeitang. Dit heeft als voordeel dat we tijdens het
verwijderen van de woekerende struiken allerlei soorten planten, kruiden en
jonge bomen te voorschijn zien komen.
Zonder ze te hoeven aanschaffen of te planten zijn we zo aan menige
jonge walnootboom gekomen.
Als een plek op
deze wijze vrij komt kijken we welke bomen of struiken in aanmerking komen om
daar aan te planten. Zo ontstond als
vanzelf een boomgaard van jonge appelbomen, een plek voor de bessenstruiken en
een plek voor pruimenbomen.
|
Bloeiende kweepeer |
Er staan veel
hazelaars en deze leveren ons hazelnoten, maar ook vlechtmateriaal en brandhout
(het is vooral geschikt als aanmaakhout).
De vele vlierbessenstruiken geven nu ze bevrijd zijn van verstikkende
braam en brem elk jaar een grote oogst vlierbessen, waar we vlierbessenwijn van
maken. De jonge fruitbomen beginnen nu
voor het eerst fruit te geven, maar hebben nog even wat tijd nodig eer dat een
overvloedige oogst te noemen is. In de afgelopen tijd hebben we verschillende
rassen appels geplant, maar ook; peer, amandel, perzik, pruim, kweepeer, krent.
Er staan ook
wilde appelbomen in het bos. Deze leveren vooral kleine, zure appeltjes op. De
wilde kersenbomen geven lekkere kersen, maar met minder vruchtvlees dan de
meeste gekweekte soorten.
|
Oude appelboom in bloei. |
Bij het
aanplanten van planten en struiken gaat onze aandacht ook uit naar
drachtplanten voor de bijen. Door het verwijderen van woekerende planten zien
we al steeds meer soorten bloeiende planten opkomen. De kruidentuin staat nog
in de startblokken, maar zal op den duur veel bijen en vlinders
aantrekken. Een muur met Sedum blijkt al
heel aantrekkelijk voor de bijen.
Het bos is onze
jaarlijkse bron van brandhout en levert daarnaast ook wat bouwmateriaal op. Het meeste brandhout komt van oude omgevallen bomen, maar als er eens een boom omgaat dan wordt er rekening gehouden met de bomen die voor de toekomst bedoeld zijn. Kaalkap is beslist geen optie.
Elk
jaar breiden we de moestuinen een beetje uit en daarmee de te verwachten
opbrengst.
|
Pas aangelegd aardappelveldje in het bos. |
Er liggen plannen
om de activiteiten op het landgoed verder uit te breiden – het bos is nog lang
niet uit gegroeid.
http://www.youtube.com/watch?v=GFbcn06h8w4&feature=share
Tom Verhoeven
Auvergne, zomer
2013