zaterdag 26 januari 2013

Groente en fruit met een plekje?



Argumenten als “ de consument wil geen fruit of groente met doffe aanslag, plekjes, vlekjes en pitjes” zijn typische argumenten van de producenten van landbouwgif, kunstmest, en genetisch gemanipuleerde gewassen.  En van de supermarkten.
Het is een argument dat door journalisten graag wordt overgenomen, maar ook door de consument zelf. De consument voelt zich aangesproken, hij/zij wil geen rot of slecht ogend fruit of groente kopen. 
Als we het argument eens nader beschouwen dan merken we al gauw dat er iets niet klopt.  Eigenlijk gaat het argument uit van twee premissen; a. de consument wil  fruit en groente dat er goed uit ziet en b. om dat te verkrijgen is het gebruik van landbouwgif en kunstmest noodzakelijk.

De vraag die we ons eerst moeten stellen is; Fruit en groente dat we nu in de supermarkt kopen ziet er beter uit dan het fruit en de groente die we elders (markt) kopen of die we zelf verbouwen?  Dat is niet de ervaring van mensen die een eigen moestuin hebben en deze zonder gif en kunstmest onderhouden. Om een voorbeeld uit eigen tuin te noemen; tot nog toe aten we aardappelen uit eigen tuin. We zijn nu door onze voorraad heen (klein aardappelveldje) en hebben onlangs aardappelen gekocht bij een lokale supermarkt. De baal bevatte veel aardappelen die beschadigd waren, beurs en zelfs rot. Bij het schillen bleken veel aardappelen  zwarte plekken bleken te hebben en na het koken was bijna de helft glazig.

Blijkbaar geldt het argument niet voor aardappelen.
  
De manier waarop we ons fruit oogsten, verzamelen, inpakken lijkt op de manier waarop we aardappelen oogsten.  Alles gaat machinaal, en via lopende banden.  Er zijn veel appelsoorten en perensoorten niet meer verkrijgbaar omdat de schil van deze fruitsoorten niet bestand is tegen zoveel machinaal geweld. In plaats van na te denken over een andere manier van oogsten is gekozen voor het ontwikkelen  van fruitrassen die wel meer bestand is tegen deze groffe oogstmethode.  Het gevolg is dat we heel veel soorten smakelijke appels en peren niet meer kunnen kopen. In plaats daarvan hebben we appels en peren gekregen met een hardere schil en minder smaak.

Met onze groente gaat het al niet veel beter. Voorheen kon groente in heel korte tijd van groenteteler naar de markt gebracht worden. Tegenwoordig worden groentes van enorme afstanden aangevoerd, Kenya, Ethiopie, Israel,   om maar wat voorbeelden te noemen. Het herhaaldelijk laden en lossen van de groente, het verblijf in de koelcellen, het komt de groente niet ten goede. Sommige kunnen er helemaal niet tegen en het gevolg is dat ook deze groenterassen niet langer verkrijgbaar zijn.
Kijk bijvoorbeeld naar de spercieboontjes die geïmporteerd worden uit Kenya en Ethiopie; halen het qua smaak en kwaliteit niet bij de lokaal verbouwde sperciebonen en zijn vele malen duurder.

Het enig werkelijke belangrijke argument is;  kan deze groente of fruit industrieel geoogst / verwerkt worden op elke gewenste plek?

Natuurlijk wil de consument goede kwaliteit groente en fruit.  Maar de moderne producent kan die kwaliteit helemaal niet bieden!

Tenslotte dit; zouden  de groenten en het fruit dat onze grootouders aten (en dat verbouwd werd zonder kunstmest en landbouwgif) kwalitatief veel slechter of veel beter geweest zijn?
Ik weet wel zeker dat het voedzamer en smaakvoller was, rijker aan mineralen en dat het er bovendien mooier uitzag!

Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten