zaterdag 8 oktober 2011

Nemeton

Soms is het lastig een leeftijd te plakken aan een herinnering.  Het ventje op de foto in zijn nieuwe cowboy-pak herken ik wel, ik ben het zelf. Maar hoe oud was ik toen? Een jaar of zeven – acht misschien. De foto is gemaakt achter het vakantiehuisje dat mijn ouders voor de zomervakantie hadden gehuurd. We kwamen wel vaker in dit door zandverstuivingen licht heuvelende bosgebied en ik kende de omgeving rond het huisje goed. Ofschoon ik me aan enkele ouderlijke regels diende te houden; “niet verder dan die boerderij en niet verder dan dat pad en die boom”, mocht ik er in mijn eentje vrij rondzwerven. Op een van mijn zwerftochten zag ik een kat lopen met enkele jongen. Nieuwsgierig zette ik de achtervolging in. De jonge katjes was ik al snel kwijt, maar de moederkat bleef telkens stilzitten alsof ze op me wachtte. Al gauw kwam ik op terrein waar ik niet eerder was geweest. Hier stonden de bomen en struiken dichter op elkaar, sommige hadden hinderlijk lange doorns en de naalden van de sparren zouden ook een belemmering hebben gevormd om verder te gaan, ware het niet dat mijn cowboy-pak voorzien van namaakleer me veel bescherming bood. De kat bleef telkens net buiten mijn bereik, ze zat nu bij wat de enige doorgang tussen de struiken en bomen leek. Kruipend en sluipend probeerde ik dichterbij te komen en telkens deed ze een paar stapjes verder om dan weer rustig op me te wachten. Al kruipend had ik de doornstruiken achter me gelaten, hier groeiden alleen maar sparren en er drong weinig licht door heen. Maar voor me uit zag ik wel licht, het bleek een kleine open plek te zijn begroeid met mos en heel fijn gras. De open plek vormde een kom en languit op mijn rug liggend kon ik door de boomtoppen de blauwe lucht zien. Het was er stil – geen geluiden van mensen of verkeer. Slechts de ruisende wind, een enkele voorbij komende vogel, het kraken van de bomen, de geur van het gras, het vallen van een dennenappel…

Ik weet niet hoe lang ik er heb gezeten. Lang. Op een plek als deze lijkt tijd een andere betekenis te krijgen.
In de jaren dat we er op vakantie gingen ben ik er nog vaak terug gekeerd.  

Ooit deed ik nog wel eens pogingen om uit te leggen wat ik toen op die plek meemaakte en hoe die ervaring de toetssteen van veel volgende ervaringen werd. Maar ik kwam maar weinig mensen tegen die me begrepen of zelfs maar enigszins herkenden waar ik het over had.

De kelten hadden een naam voor zo’n plek: Nemeton.
Het begrip nemeton vinden we nog terug in de oude namen van sommige met name Franse, Spaanse en Britse steden. De huidige hoofdstad van de Auvergne, Clermont – Ferrand, vindt zijn oorsprong in de Gallo – Romaanse tijd. Toen droeg het de naam Augusto Nemeton, genoemd naar de eerste romeinse keizer aan wie er in die stad een heiligdom was gewijd..


Nemeton is de plek waar een ieder die er voor open staat de immensheid van de natuur zelf kan ervaren, zich een weet met de natuur, met het goddelijke van de natuur. Oorspronkelijk is het een open plek in het bos, met een bijzondere boom, een indrukwekkende rots of een waterval. Het is een sacrale plek midden in de natuur. Later werden er ook tempels of schrijnen met het woord nemeton aangeduid.    
De Auvergne is vernoemd naar de kelten die hier vroeger woonden en leefden. Zij noemden zichzelf de Arverni; het volk van de nemeton van Arvernus. De naam van deze Keltische god verwijst naar een heilige boom die in het Frans vergne of verne genoemd wordt. De Nederlandse naam van de boom is els of zwarte els (Alnus Glutinosa). De nemeton van Avernus zal ongetwijfeld hebben bestaan uit een kring van zwarte elzen, met mogelijk een grote, oude zwarte els als het centrale punt van aandacht.
In of voor zo’n nemeton hielden de keltische druiden hun riten. Krijgers vonden er hun moment van bezinning vlak voor de strijd en het volk vereerden er hun goden of baden er voor een goede oogst.

Hier in de bossen en bergen van Auvergne heb ik een aantal plaatsen aangetroffen waarvan het bekend is dat ze ook in de keltische tijd als nemeton dienden. Er zijn ook een paar verborgen plekken temidden van de bossen die ik als mijn eigen nemeton beschouw, een plek waar ik net als toen in de Veluwse bossen, me zelf niet alleen ervaar als deel van de natuur, maar er in opgaand. De zang van de vogels, de roep van de reebok, de kreet van de havik, de uil die ik niet zie, maar langs me voel vliegen, het geluid van de bladeren die neervallen, de geur van mos, hier voel je, ruik je, proef je dat de natuur om je heen resoneert.
  

Tom Verhoeven
Auvergne, herfst 2011



    
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten