Het is bevreemdend
om herinneringen te hebben aan plekken die niet langer bestaan. In Amsterdam
heb ik in een wijk gewoond die in zijn geheel is gesloopt en herbouwd. Ik weet
er moeiteloos alles nog te vinden, maar het is er niet meer. De oude straten
zijn verdwenen, de huizen zijn weg. Mijn slaapkamer is er niet meer, het balkon
waarop ik zo vaak heb zitten lezen is weg, de box waar mijn koga myata stond
bestaat niet meer, zelfs mijn fietsroutes naar het rietveld en de polders zijn
verdwenen. Ik weet mijn weg in iets dat niet bestaat.
Zo ook
Beltgraven. Het vakantieoord Beltgraven bestond sinds de jaren vijftig tot begin
jaren tachtig. Het heeft er een tijdje verlaten bij gelegen tot er sloop- en
graafmachines verschenen, de oude vakantiehuisjes gesloopt werden en er nieuwe
vakantievilla’s in een nieuw landschap gebouwd. Het is nu een Landal
vakantiepark. Het enige dat nog herkenbaar is is de weg naar de ingang. Maar
als je het terrein oploopt en zoekt naar het vertrouwde pad naar een van je
favoriete huisjes dan blijkt het verdwenen. Waar bomen horen te staan is een
open plek, er is geen heuveltje meer waarachter je je kan verstoppen, het
sparrenbosje waarachter zich dat stille met mos begroeide plekje bevond van
waaruit je allerlei dieren kon bespieden is weg. De krentenboompjes kan ik niet
meer terugvinden.
Mijn
herinneringen kunnen niet langer geplaatst worden in een situatie, spelen niet
langer af op een bestaande plek. Zit er nog verschil tussen herinnering en
fantasie? Ik heb nog veel weet van wat ik daar heb meegemaakt, en er zijn ook nog
een paar foto’s overgebleven, maar had het ook niet een verhaal geweest kunnen
zijn dat iemand anders me ooit vertelde?
Het vertrek
Aan de Prins
Hendrikkade bij het Oosterdok lag het koopvaardij opleidingsschip de Pollux.
Daar was er een ruim parkeerterrein waar de bussen op zaterdag op ons stonden
te wachten. De bussen hadden op de voorruit een markering zodat je wist welke
je moest hebben. De koffers en de fietsen werden in een grote vrachtwagen
geladen. In het begin had mijn vader nog wel eens de neiging om toe te zien op
het laden van de fietsen en koffers. En hij was tot ergernis van de jongens die
de wagen laadden niet de enige die een oogje in het zeil wilde houden.
Beroepsvervorming van mannen voor wie het laden en lossen van schepen een
ambacht was.
De rit naar de
Veluwe was een groot avontuur. De reis leek heel lang te duren en ik bleef
gedurende de hele rit kijken of ik de bossen in de verte al zag liggen. Als we
dan eindelijk bij de bossen kwamen en de bus voor de binnenwegen koos zat ik op
het puntje van mijn stoel. Nog hoor ik in gedachten de takken van de bomen de
bus raken. En als dan de bus over de kampweg het recreatie oord Beltgraven
binnenreed voelde het alsof ik thuis kwam. Uit de bus stappend was er ineens de
geur van het bos. We namen onze jassen en tassen mee en wandelden vervolgens
over zandpaden, kaart van het terrein in de hand, naar het huisje.
De koffers werden
met een trekker lang sgebracht. Er liepen wat mannen mee die keken op het
kaartje dat aan de koffers hing voor de naam van het huisje en de koffers
werden aan de rand van het pad van het huisje neer gezet. Sommige huisjes
stonden vlakbij het pad, voor de meer afgelegen huisjes waar wij voor kozen
moest vaak wat meer gelopen worden.
De huisjes
Alle huisjes
hadden een naam die te maken hadden met een schip. Onze voorkeur; Kompas of Kraaiennest.
Allebei nogal
afgelegen huisjes. Naar huidige begrippen waren het eenvoudige en vrij kleine
huisjes. De huiskamer diende tevens als ouderlijke slaapkamer door het naar
beneden klappen van een tweepersoonsbed. Er waren twee kleine kamers zonder
verlichting waar een stapelbed stond. Mijn broer en ik sliepen in een van die
kamers, het andere kamertje diende als opslag voor de koffers.
In de huiskamer
stond een tafel waaraan vier personen konden plaatsnemen. Als je arriveerde dan
stond er op die tafel altijd een bosje bloemen, bij wijze van welkom
achtergelaten door de vorige bewoners. Er stond een potkachel aan de zijkant en
we hadden een lamp. Een gaslamp die verbonden was aan de gasfles die onder het
aanrecht in de keuken stond. Het keukentje bevond zich aan de achterzijde van
het huisje en daarnaast was er een betonnen doucheruimte. Ik kan me zelfs geen
tegels op de vloer herinneren. Voor het huis was een terrasje waar we konden
zitten in grote uitklapbare strandstoelen, het soort stoelen waar je iedere
keer weer een gevecht mee hebt om ‘m in- en uit elkaar te klappen, maar die wel
lekker zitten. Achter was er een overdekte plek voor de fietsen. Een van eerste
taken van de kinderen was het verzamelen van “eikels”, ons woord voor
dennenappels. Deze kwamen in die overdekte plek te liggen, waar ze konden
drogen. Mijn vader gebruikte ze om de potkachel mee aan te maken. Werkte
perfect.
Het scheerhuisje
Dit was het enige
huisje met elektriciteit. Je kon je scheerapparaat in een van de stopcontacten bij de spiegels aansluiten om
je te scheren. Het was het dagelijkse loopje van mijn vader. De plek waar hij
zijn collega’s tegen kwam die vaak tegen zijn zin over het werk begonnen. Hij
wilde juist even niet denken aan werk en praten over regels en rechten. Even
geen vakbondsman zijn.
Marktkramen
Niet ver van de
ingang bevonden zich een rijtje geheimzinnige houten schuurtjes. Er zaten
luiken voor en als kind kon ik niet bedenken wat dit voor huisjes waren. Het
bleken marktkramen te zijn. Elke week kwam daar of een groenteboer of een
eierboer zijn waar uitstallen. Soms waren er meerdere handelaren tegelijkertijd
en dan was het echt een kleine gezellige markt.
Vlak daarbij was
ook de opslag van de gasflessen. Was een gasfles leeg, dan kon je hem met het
daarvoor bedoelde karretje naar de opslagplek rijden en omruilen voor een
volle. Er was geen beheerder, dus het omruilen moest je zelf doen. En het
opnieuw aansluiten van de fles op het fornuis en geiser deed je ook zelf.
De kantine
Zo noemden we het
recreatiegebouw. In de grote zaal was een buffet waar je terecht kon voor een
kop koffie of frisdrank, waar ansichtkaarten te koop waren en souvenirs. Er was
een ruim terras waar je buiten kon zitten, met een groot plein waar je
badminton kon spelen. Op dat terras heb ik voor het eerst koude chocolademelk
uit een flesje en de eerste cassis gedronken. In het recreatiegebouw werd op zaterdagavond
een film vertoond of er werd een Bingo avond georganiseerd. Op een dag was er
ook een dansvoorstelling op het plein voor de kantine; folkloristische dansen.
Aan het eind kon iedereen meedoen. Tijd voor jongetjes als ik om me uit de
voeten te maken, maar tot mijn verbazing deed mijn moeder enthousiast mee. Dit
waren de dansen waar ze mee was opgegroeid.
Bij de kantine
hoorde ook een keuken. Als je op zaterdag aankwam dan kon je voor het hele
gezin een warme maaltijd bestellen. Bij het ophalen kreeg je dan een rek met
een stapeltje pannen mee. De eerste afhaal-maaltijd van mijn leven.
Dan was er een
plek enigszins verborgen waar af en toe een groot vuur werd aangelegd.
Dat vuur maakte
grote indruk op me, maar van wat er zich daar nog meer afspeelde heb ik geen
herinneringen meer.
Er was een
speelplek met een draaimolen, een schommel en een klimrek. Er was ook een
pierebad. Met veel watertorren er in! Alleen die watertorren al waren reden
genoeg om vaak in en rond het bad te vertoeven.
Het gebouw van de
beheerder.
De heer de Graaf
was aangesteld als de beheerder van Beltgraven. In mijn herinnering ben ik
slechts twee keer in zijn kantoortje geweest. De eerste keer omdat ik een
kommetje gebroken had en mijn moeder een nieuwe kwam aanschaffen. En jaren
later toen ik samen met mijn broer een fietstocht maakte en we besloten om op
Beltgraven te kamperen. Toen bleek de heer de Graaf bij het inschrijven een heel aardige man, die
zich zelfs mijn moeder nog herinnerde, maar in mijn jongere jaren was ik altijd
een beetje bang voor hem.
De paden waren van
oudsher zandpaden. Maar het laatste jaar dat we er verbleven waren er op de
zandpaden puin gestrooid, een soort grove slakken zoals van de hoogovens. Op
den duur zouden die door de wekelijkse trekkers wel een keer stuk gereden
worden en dan een laagje vormen bovenop het zand. Het idee zal zijn geweest dat
het de modderpoelen bij aanhoudende regen zou voorkomen. Maar het liep
ongemakkelijk en voor de kinderen was rennen gevaarlijk, als ze een keer struikelden
dan lagen ze helemaal open.
Zo bedacht men
ook op een keer om een deel van het bos af te zetten met prikkeldraad. Kinderen
die al spelend van de paden afdwaalden en door het bos renden zagen het
prikkeldraad niet en liepen lelijke verwondingen op in het gezicht.
Vakantie
In die tijd
duurde een vakantie verblijf op Beltgraven een week, hooguit twee weken. Meer
vakantiedagen had mijn vader niet. Het was de enige gelegenheid van het jaar
waar we met onze vader konden voetballen of met onze beide ouders badminton
speelden. Soms leerden we een nieuw spel of kochten mijn ouders speelgoed
speciaal voor tijdens de vakantie. En we fietsten veel in de omgeving of
maakten wandelingen door de omringende bossen.
Maar het
aller spannendst waren toch wel de lange zwerftochten die ik alleen of met mijn
broer maakten. Een tijd lang wisten onze ouders niet hoe ver we wel niet
afdwaalden in het bos. Toen ze tijdens een gezamenlijke wandeling er achter
kwamen dat we veel plekken die voor hun nieuw waren al kenden waren ze
uiteraard bezorgd. “Zover weg kan ik jullie zelfs niet meer horen”, zei mijn
vader. Kort daarop kregen we ieder een scheidsrechtersfluitje. We mochten er
niet op fluiten volgens mijn vader, tenzij we hem nodig hadden of verdwaald
waren. En een derde fluitje was voor hem, als hij floot betekende het; meteen
thuis komen! Dit bleek in de praktijk goed te werken.
Tijdens die
zwerftochten leerde ik de bossen steeds beter kennen, ik zag allerlei dieren en
planten die ik in de stad natuurlijk nooit te zien kreeg. Mijn interesse in de
natuur is tijdens die vakanties op Beltgraven gewekt en sindsdien heb ik altijd
terug verlangd naar dat zwerven door de bossen. In de loop der jaren bestonden
de meeste van mijn vakanties uit tochten door de natuur, soms te voet, vaker
nog op de fiets. En ik denk zelfs dat de beslissing om in de Auvergne te gaan
wonen voor een deel bepaald is door mijn jeugdervaringen in Beltgraven.
Tom Verhoeven
Auvergne, lente
2012
Wat is dit artikel herkenbaar.
BeantwoordenVerwijderenIk ben als kind, in de jaren 50-60, ook enkele malen op vakantie geweest in Beltgraven.Mij vader werkte toen als hevenarbeider in Amsterdam.
Ik trok er ook altijd op uit door de bossen. Ik herinner mij ook nog een zandafgraving (de leeuwenkuil) waar ik als kind ook graag speelde. Ik heb erg veel goede herinneringen aan deze vakanties overgehouden die door dit artikel weer naar boven komen.
Ook ik heb dankzij deze vakanties een grote liefde voor de natuur over gehouden.
Henk Vormer
Dank je wel voor de leuke reactie ! Het was een mooie plek die bij veel leeftijdgenoten die er een vakantie doorbrachten een diepe indruk heeft achtergelaten. De Leeuwenkuil was inderdaad een prachtige speelplek !
VerwijderenIk weet niet precies welke bedrijven een huisje voor hun werknemers beheerden. Ik weet dat de KNSM er een van was. Mijn vader werkte als havenarbeider voor de SHB en al hun huisjes hadden namen die duiden op delen van een schip (kompas, kraaiennest, e.d.). Nogmaals dank, met vriendelijke groet. Tom Verhoeven
Tom,
BeantwoordenVerwijderenWat brengt jouw verhaal ook bij mij een hoop herinneringen boven.
Mijn vader werkte bij de KNSM. De huisjes van dat bedrijf hadden meisjesnamen (Erika, Marijke e.d.) Volgens mij waren er ook huisjes met vogelnamen, maar dat kan door mijn herinnering misvormd zijn.
Grappig zoals jij de situatie bij de Pollux beschrijft. Dat herinner ik me ook precies zo.
Het wisselen van de gasflessen mmoest je aanmelden bij de receptie, want de flessen stonden achter een afgesloten hek.
Als ik over de A28 tussen Amersfoort en Zwolle rijdt, kijk ik nog altijd uit naar de afslag 't Harde. Dan weet ik namelijk dat ik vlakbij de Leeuwenkuil ben en dus vlakbij veel vakanties uit mijn jeugd.
Groet,
Jan Ligthart
Wat een heerlijk verhaal over het voor mij broer en zussen over Beltgraven Onze Vader werkte bij de A D M.Heel veel jaren zijn we op Beltgraven geweest onze huisjes hadden namen van bomen zoals berk beuk
Verwijderenmeidoorn wilg enz De beschrijving van je verhaal is zo kenbaar het is alsof ik er rondloop.Ik ben nu 76 en ook mijn eerste kleinkinderen zijn op Beltgraven geweest.Ook weet ik nog dat mijn Moeder een boodschappen briefje kon inleveren , zodat we bij aan komst de doos konden ophalen.Ik ruik nog de spercibonenals mijn Moeder in het keukentje aan het kokkerellen was.Een heerlijke tijd die we hebben gehad, ook al regende het vaak en dan schreef mnr de Graaf op het info bord rot weer.Met veel plezier gelezen.
Hartelijke groet Nettie Winters van Balen
Ook mijn vader werkte bij de ADM, dus wij hadden de bomennamen. Alles is zo herkenbaar, krijg er heimwee van.
BeantwoordenVerwijderenWow, zo leuk om te lezen, mijn vader werkte ook in de haven bij de SHB. En alle namen van de huisjes hadden idd met een schip te maken. Als je als werknemer langere tijd ziek was, kwam je in het huisje de Ziekenboeg, en daar mocht je volgens mij 3 weken blijven. Helemaal achterin was er de berenkuil, daar konden we wilde bramen plukken, ik heb er een hoop schrammen aan overgehouden. Ook ik ben daar een aantal jaren geleden naar terug gegaan en dat was eigenlijk toen al zo goed als onherkenbaar. Een super leuke tijd en mooie herinneringen. Bedankt voor het delen. Groetjes Astrid
BeantwoordenVerwijderenWij noemden het de Leeuwenkuil en bij ziekte mochten wij in voor en najaar 14 dagen gratis. Mooie tijden
BeantwoordenVerwijderenVond ik toch net, tussen de spullen van mijn overleden moeder, een bonnetje van Beltgraven! Op internet meteen gezocht, wat een herinneringen, prachtig. Leuk jouw verhaal.
BeantwoordenVerwijderenWij zaten in "bungalow" Combina, van 12-8-1978 tm 26-8-1978. Daarvoor ook, maar daar heb ik geen gegevens van, wel herinneringen!
Zeker allemaal herkenbaar..mijn vader werkte ook bij a d m .. er was ook een zwembad ... zo jammer dat het weg is... denk er vaak aan terug
BeantwoordenVerwijderenPrachtig en heel herkenbaar verhaal. Zo gingen wij ook vele jaren
BeantwoordenVerwijderennaar Belgraven. Wij woonden in een zijstraatje van de Prins Hendrikkade. De huisjes vonden we mooi, en vooral de doucheruimte met het houten vlondertje, thuis hadden we geen douche. Ik kan mij nog zoveel herinneren. Dank voor het mooie verhaal.
het houten vlondertje, thuis hadden we geen douche
Ik ben net terug van een weekje Landal t Loo,maar nog altijd is t daar heerlijk. Je ruikt de geur van vroeger en ook zijn er nog wel herkenningspunten. De grote schuur is er nog en ook de witte villa. Nu is het veel luxer, maar als ik echt kon kiezen dan terug naar vroeger.
BeantwoordenVerwijderenWat een heerlijke verhalen. Wij zaten altijd in huisje Tony of Marianne, de laatste had mijn voorkeur. In de kampvuurkuil werden liedjes gezongen door een man met gitaar, ik herinner mij "Sari Marijs".
BeantwoordenVerwijderenOp mijn 16e werd ik er verliefd op Rob, nooit meer gezien maar die verliefdheid is nooit overgegaan.
Tiny Mars
Ik heb zoveel herinneringen aan begraven ben er opgegroeid mijn vader werkte bij het A.H.B inde haven en zaten in huisje de Gentiaan of Clematis en later met de bungalow tent dicht bij de zandverstuiving en dan weer op het oude voetbalveld en wie heeft nog de schiet oefeningen meegemaakt aan de andere kant van de snelweg en het zwembad en het winkeltje wat nooit iets had of net uitverkocht was
BeantwoordenVerwijderenMijn vader werkte bij de ADM, mijn ouders waren dolblij als ze een huisje hadden geloot. Het hele jaar sparen om het te kunnen betalen. Daar is mij de liefde voor de Veluwe bijgebracht als klein jochie. Ook zwemmen heb ik daar geleerd.
BeantwoordenVerwijderenHet was geweldig.
Wat leuk dat ik dit tegen kwam ais je in een tijd machine zit.
BeantwoordenVerwijderenMijn vader werkte bij de SHB als reepgast en ik mocht met mijn broes mee jeugd kamp van de SHB een week in groten tenten fijne tijd.
twee weken in een huisje als me vader werd in geloot me ouders hebben dit jaren gedaan was ook zo goed een douche was zo lux hadden we thuis niet en zwemmen de bad kuip later een nieuw verwarmt zwembad
Ik als jongen hielp graag meneer van de Akker met klusjes mocht mee in de willy jeep en stoelen klaar zetten in de kantine voor d e film.
Later ben ik zelf ook in de haven gaan werken eerst bij de VCK en later bij de SHB ook huisjes gehuurd onze kinderen genoten daar ook zo later met een bungalow tent toen een staan caravan tot de laatste dag dat het opgeheven werd.
Mijn vrouw en ik gaan nog regelmatig naar het Landal het Loo weet nog waar de huisjes stonden en waar de caravan stond achter bij het brand hek ja toen ik dit stuk over Beldgraven las klopten het helen maal zo leuk
Dank voor het stuk over een niet te vergeten tijd zo wel voor mijn en onze kinderen
Vriendelijke groet Rob Souer
Ja ik weet ook nog van het kampvuur met een man op een gitaar en ja Sari Marijs Het was altijd op vrijdag avond voor de vertrekkende gaste de leeuwen kuil stond toen nog water in kikker visjes vangen en weer terug zetten
BeantwoordenVerwijderenen Tiny ja ik heet Rob maar dit zal wel heel toevallig zijn ben nu 68 jaar en we hebben met mijn ouders heel wat jaren met de vakantie daar door gebracht.
vriendelijke groet rob souer
In de jaren 70 jaarlijks met mijn ouders (vader werkte bij de ADM) naar Beltgraven. Ook mijn oom (ook ADM) met zijn gezin huurde daar een huisje. Af en toe dreunen van het schieten bij het infanterie schietkamp n 't Harde. Enorme boswandelingen, bingo en film in de kantine. Mensen wat was het daar gezellig. Gewone mensen zonder poeha. 's avonds lekker in je stapelbedje en smorgens weer eekkhoorntjes spotten. Ben gisteren langs gereden, is nu een bungalowpark en de sfeer is foetsie, helaas.
BeantwoordenVerwijderenWat leuk om dit te lezen. Wij zijn er drie keer geweest. De huisjes waar wij zaten heette dieptank bramra en luikhoofd. Mooie tijd gehad. Dick
BeantwoordenVerwijderenHeerlijke vakantie gehad op beltgraven. Er was een zwembad net een badkuip en erg koud. Met mijn moeder op vrijdagavond naar eensoort kuil waar gezongenwerd geweest mijn vader bleefbij mijn jongere broertjes zijn we verdwaald in het donker ik was heel bang want er was een streekverhaal verteld iets met witte wiefen.
BeantwoordenVerwijderenIn deze coronatijd opeens een lichtpuntje en blije herinneringen aan vroeger. Mijn vader werkte toen ter tijd bij de SHB en hij mocht maar eens in de vier jaar mee loten voor een huisje. Dit was vier keer gelukt. Met de bus uit Amsterdam ernaar toe was al veel pret. De natuur en het vermaak ik zou zo terug willen en daar krijg een mens geen genoeg van. De nachtelijke wandelingen met flashlight en de zwemwedstrijden waar mijn vader bij de allersnelste behoorde. Trots was ik om dat te zien. Mijn jeugdliefde aldaar opgedaan. Pannenkoeken voor haar gemaakt en het voetbaltoernooi niet te vergeten. In de rij staan voor het eten, de afhaalmaaltijden van tafeltje dekje oid. De kantine met bingo avonden en vaak in de prijzen gevallen. De sportavonden en het theatergebeuren in de kuil. Het salamanders zoeken in de poel nabij het tentenkamp. Oh wat kan het leven mooi zijn. Die gevoelens heb ik nooit meer beleefd op mijn vele reizen buiten de Nederlandse grens. De brood maaltijden met roomboter en chocoladehagelslag. Het water loopt mij uit de mond zo lekker als het daar was. Op latere leeftijd nog twee maal terug geweest. Een keer toen vrijwel alles was afgebroken dan wel leegstond en daarna nog bij Landelgreen park in wording. Door de weersomstandigheden hingen er regelmatig witte wiefen en dat natuurverschijnsel had iets spookachtig maar was prachtig om te zien. Bedankt voor het weer naar boven brengen van fijne herinneringen die nooit meer zullen verdwijnen.
BeantwoordenVerwijderenBeste Tom,
BeantwoordenVerwijderenJouw blog heeft me erg aangegrepen.Alles wat je omschrijft over Beltgraven herken ik. Ik wil graag meer weten over deze.
Laat me svp weten hoe ik contact houd/ krijgt.
Ik moet even wat foto's opduikelen, dan wil graag eea vertellen .
Theo Cahuzak. th.cahuzak@ziggo.com
Wat een mooi verhaal over Beltgraven.
BeantwoordenVerwijderenHeel herkenbaar,fijne vakanties gehad daar!.
Herkenbaar verhaal.Ook ik ben in de zestiger en zeventiger jaren met mijn ouders en oma en later ook met mijn zusje ieder jaar naar Beltgraven geweest. Mijn vader was scheepstimmerman bij de ADM.Die huisjes hadden namen van bomen, zoals Acacia of Lijsterbes. Wij gingen meestal in juni voor twee weken. Dan kon het koud zijn en porte mijn vader het kacheltje op. Als het daarna in de zomer koud en regenachtig was spraken wij van"Beltgravenweer". Het huisje kan ik mij nog zo voor de geest halen; opklapbed in de huiskamer, stapelbedden en idd de gaslamp boven de eettafel. Ik heb er een zwak voor Brabants Bont van overgehouden, want daar bestond het serviesgoed uit. De kantine met zijn draadstoelen waar ik bij aankomst mijn eerste cassis dronk. Al is het nu 50 jaar geleden, de herinnering aan Beltgraven is nog altijd springlevend. Gouden vakanties daar beleefd die ook daarna niet meer te waren evenaren.
BeantwoordenVerwijderenGrappig dit te lezen. In de tijd dat mijn vader bij de 'Hollandse Boot' (later NSU) werkte ben ik er 3x geweest. Wat jaren later, denk begin jaren '80, hebben wij er nog eens gekampeerd. Bij de ingang was ook een hele grote schuur, waar (zeker als het regende) activiteiten werden georganiseerd. De schuur rook heel sterk naar carboleum, maar dat hoorde erbij ;-)
BeantwoordenVerwijderenMooi verhaal. Ook voor mij brengt dat herinneringen terug. Ik ben daar als kind 2 of 3 keer geweest. Mijn vader werkte ook als havenarbeider voor het SHB en zat in de vakbond.
BeantwoordenVerwijderenVnan 1964-1968 gekampeerd. Prachtige herinneringen aan het zwembad (leren zwemmen in zes weken). De granaatontploffing maakte diepe ndruk, alsook de blikseminslagen. Als meisje van acht wilde je nooit 'smorgens de eerste bij de pomp zijn, waar je met ijskoud water je moest wassen. Ook geulen graven om de tent en het maken van een latrine brengen herinneringen naar boven. Mooie jaren waren het.
BeantwoordenVerwijderenGeboren in 1965 en de eerste 10 jaar van mijn leven waren de zomervakanties in Beltgraven. Niet in één van de huisjes maar op het gebied daarachter waar je vrij de tent neer kon zetten. De rest van mijn ooms en tantes stonden daar ook. Daarachter had je een bos tot aan de zandafgraving.
BeantwoordenVerwijderenZwemmen moest met rode of blauwe penningen aan je zwembroek, geloof dat dat te maken had of je in het diepe mocht.
Eenmaal paar jaar geleden nog nog wezen kijken. Kon het niet vinden en moest de postbode vragen waar Beltgraven was....bij aankomst tranen in mijn ogen: afschuwelijk zoals het nu is! Ook nooit opgevallen is het geluid van de aut's op de A28. Aan mijn (oudere) broers gevraagd. Was toen ook al, maar waarschijnlijk minder (zwaar) verkeer. Ik herinner me wel de motoren op weg naar de TT van Assen, daar zwaaiden we naar naast de snelweg bij de zandafgraving.
Walter van den Bergh
Dag iedereen, ik zou graag de plattegrond willen zien van het vakantieoord. Misschien weet iemand hoe ik daar aan kan komen?
BeantwoordenVerwijderenBeste Walter,
BeantwoordenVerwijderenDie penningen rood en blauw had te maken met of je in een van de huisjes zat of in een tent of caravan zat.
Blauw was voor de huisjes en rood voor caravan of tent.
Jan van Golen
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen